Scheidingsafstand berekening volgens NEN-EN-IEC 62305
afstand
lengte leiding
m
bij
26 m
m
bij
24 m
m
bij
22 m
m
bij
20 m
m
bij
18 m
m
bij
16 m
m
bij
14 m
m
bij
12 m
m
bij
10 m
m
bij
8 m
m
bij
6 m
m
bij 4
m
m
bij
2 m
Invullen:
Beveiligingsklasse:
1=I 2=II 3=III 4=IV
Type opvanginrichting:
1= staaf 2=draad 3=maas (als basis beveiliging voor object)
Type aarding
:
1
=elektrode 2=ring
Materiaal tussen leiding en metalen deel:
1= lucht 2=steen/beton
Aantal afgaande leidingen:
stuks
Lengte van de leiding vanaf potentiaal
vereffening tot punt mogelijk afslag:
in meters
(indien metaal niet verbonden met potentiaal vereffening, dan vanaf maaiveldniveau)
Hoogte object:
in meters
Afstand tussen afgaande leidingen
:
in meters
Te gebruiken voor:
- afstand leiding tov inpandig metalen delen
- afstand leiding tov metalen delen op dak of gevel
Scheidingsafstand:
in meters
Berekening
:
Kc
S > Ki ----------- L
Km
→
=
(Kc met formule=
dan s=
)
Factoren:
Beveiligingsklasse
Ki
I
0,08
II
0,06
III
0,04
IV
0,04
Materiaal
Km
lucht
1
Beton, steen
0,5
Overige materialen
?
Type opvang
-
inrichting
Aantal afgaande leidingen
Kc
Aardingsopstelling volgens type A
(elektrode)
Aardingsopstelling type B
(ringleiding)
formules
Enkele staaf
1
1
1
Draad
2
0,66 d)
0,5... 1 a)
Maas
4 en meer
0,44 d)
0,25... 0,5 b)
Maas
4 en meer, verbonden door horizontale ringleidingen
0,44 d)
1/
n
... 0,5 c)
zie norm
n = aantal afgaander leidingen
a) Waarden liggen in het bereik tussen kc = 0,5 waarin c << h en kc = 1 met h << c (zie figuur C.1).
b) De vergelijking voor kc is een benadering voor vierkante objecten en voor n
>
4. De waarden van h
en
c worden verondersteld te liggen in het bereik van 5 m tot 20 m.
c) Indien de afgaande leidingen horizontaal door ringleidingen zijn verbonden, is de stroomverdeling in de laagste delen van de afgaande leidingen homogener en is kc verder verminderd. Dit geldt met name voor grote objecten.
d) Deze waarden gelden voor enkele aardelektroden met vergelijkbare aardweerstanden. Wanneer de aardweerstandswaarden van enkele aardelektroden duidelijk verschillend zijn, moet worden aangenomen dat kc = 1.
L =
L
engte leiding van
af pot
entiaal
vereff
ening
tot punt mogelijk afslag
.
©
copyright: schaap