De weerstandswaarde van de veiligheidsaarde wordt bepaald
door:
Soort verdeelkast, of deze
van kunststof of van metaal is.
Soort
stelsel; TT- of TN-stelsel, waar men bij een TT-stelsel zelf moet
zorgen voor een aarde en bij een TN-stelsel eventueel voor een
ondersteuningsaarde.
Type zekering / automaat of het toepassen van
een aardlekschakelaar.
TT-stelsel
Voor een
TT-stelsel
geldt dat de aardingsweerstand een wezenlijk deel uitmaakt van het
circuit. De
foutstroom In loopt door het
circuit, met;
de impedantie van de aardelektrode
van de trafo Rb,
de impedantie van de fasegeleider
Zl,
de impedantie van de aardelektrode + aardleiding van de installatie
Ra.
Voor een TT-stelsel met eindgroepen
van ten hoogste 32A, geldt dat bij een
fout situatie
een 50V spanning maximaal 0,2 sec
mag aanhouden (oude NEN 1010 (jan 2005) was dit 5 sec).
Voor distributiegroepen geldt een uitschakeltijd van 1 sec. Dit afschakelen is afhankelijk van het type zekering / automaat
en kan met een formule worden weergegeven.
Overzicht circuitweerstand (Rb+Zl+Ra)
per waarde en type zekering / automaat.
Overzicht aardingsweerstand (Ra)
per waarde en type zekering / automaat.
Klik hier voor berekeningsformulier.
Meer achtergrond informatie over aardingsvoorziening in
een TT-stelsel, zie infoblad 303
TN-stelsel
Voor een
TN-stelsel
zorgt de extra aardgeleider, welke door de netbeheerder (energiebedrijf) wordt
aangeboden, dat er een circuit ontstaat. De foutstroom
In loopt door het
circuit, met;
de impedantie van de
fasegeleider Zl,
de impedantie van de aardgeleider
Zpe.
Omdat Zl en
Zpe nagenoeg gelijk zijn, kan bij een fout
situatie een spanningsdeling ontstaan van ca 115V. Deze
spanning van 115 V mag maximaal 0,4 sec aanhouden.Voor
distributiegroepen geldt een uitschakeltijd van 5 sec. Daarbij hebben de lengte van
de leidingen en de
doorsnede van de aders een belangrijke invloed op de stroom die er gaat
vloeien, die ervoor moet zorgen dat de zekering / automaat aangesproken
wordt.
Overzicht circuitweerstand (Rb+Zl+Ra)
per waarde en type zekering / automaat.
Overzicht aardingsweerstand (Ra)
per waarde en type zekering / automaat.
Klik hier voor berekeningsformulier.
Meer achtergrond informatie over leiding lengte in
een TN-stelsel, zie infoblad 304
De netbeheerder (energiebedrijf) kan een
ondersteuningsaardelektrode eisen. Een ondersteuningsaardelektrode geeft een
EMC voordeel. Daarnaast heeft een ondersteuningsaardelektrode de functie om
te voorkomen dat de gehele installatie gaat zweven. De waarde van deze
ondersteuningsaardelektrode is per energiebedrijf verschillend.
Aardlekschakelaars
Voor de 30 mA en de 300 mA aardlekschakelaars geldt dat
de Ra ten
hoogste 166 Ω mag zijn. Uitgaande dat alle groepen achter een aardlekschakelaar bevindt. De
500 mA aardlekschakelaars, welke na 1 jan 2005 niet meer mogen worden
toegepast, moet de Ra maximaal 100 Ω zijn.
Meer achtergrond informatie over aardlekschakelaars, zie infoblad 305
Compleet overzicht en invul schema circuit- en
aardingsweerstanden.
Opmerkingen:
Bedrijfsruimte voor b.v. veeteelt en voor bouw- en
sloopterreinen geldt een lagere aanraakspanning, waardoor
de zekeringen/automaten binnen 0,2 s moeten aanspreken (i.p.v. 0,4 s).
Voor automaten is dit geen probleem, waardoor de
Ra niet verlaagd hoeft te worden,
Voor zekeringen is dit wel een probleem, zie karakteristieken.
Vuistregel: Ra 10% lager,
Voor aardlekschakelaars van 30 mA is geen aanpassing van Ra
nodig,
Voor aardlekschakelaars van 300 mA: Ra
: 83 Ω (voor
zwembaden/badruimte Ra
: 40 Ω).
Aarding transformatoren: aanvragen bij energiebedrijf
Steiger aarding: 50 ohm of (na 1 jan 2005) gekoppeld d.m.v.
vereffeningsleiding met hoofdaardrail.